De A3 zouden we wat uiterlijke vormgeving betreft vooral kunnen omschrijven als eenij A3. Hij lijkt -meer dan we bij een modelwissel gewend zijn- vooral op zijn voorganger, ook al zijn de wijzigingen met een gevoelig andere proportionering van de koets groter dan een oppervlakkige vergelijking doet vermoeden. De nieuwe generatie is 1,76m breed, 4,20m lang en 1,42m hoog. De wielbasis bedraagt 2,57m. Door de wielbasis te vergroten (+ 6,5cm), de wagen breder te maken (+ 3cm) en minder hoog (- 1cm) komen de proporties wat dichter in de buurt van die van een coupé.

Het dynamisme dat Audi zo hoog in het vaandel draagt wordt benadrukt door hoge oplopende gordellijn, de afhellende C-stijl en niet in het minst de vorm van de nieuwe koplampen. Die kregen een wat agressiever uitzicht. De brede horizontale luchtinlaten in de voorbumper accentueren de breedte terwijl de plooilijn op de flank een robuuste indruk geeft. Het geheel is niet erg origineel, maar wel smaakvol en herkenbaar. De afwerking was geheel foutloos. Anders hadden we niet verwacht. Voor een compacte driedeurs werd de koets behoorlijk aërodynamisch. De uurtjes die het ontwerpteam in de windtunnel spendeerde, resulteren uiteindelijk in een Cx van 0,31.