De vormgeving van het interieur is eveneens gebaseerd op dat van de 7-Reeks, maar houdt rekening met de -al dan niet terechte- kritiek op diens eigenschappen. Het instrumentenbord is sober, maar stijlvol en zeer duidelijk. Het bestaat uit twee ronde klokken, aangevuld met een boordcomputer voor de noodzakelijke gegevens (zoals kilometerstand en gemiddeld verbruik). Het dashboard bestaat uit twee kappen, quasi identiek als bij de 7, ééntje vlak voor de bestuurder met het instrumentarium en een centraal exemplaar waaronder een kleuren LCD-display huist. Dat is een vereenvoudigde versie van de iDrive die de besturingsfuncties van de meeste systemen groepeert. Het aantal keuzemogelijkheden werd gehalveerd terwijl een extra menu-knop (naast de centraal op de middenconsole geplaatste draaiknop) de gebruiker op een eenvoudige manier weer naar het hoofdmenu brengt. Daarmee zouden, aldus BMW de voornaamste kritieken op het originele systeem, gecounterd moeten zijn. De bediening is er in de praktijk alvast op vooruit gegaan, maar ook al moeten we toegeven dat er gebruiksvriendelijker systemen op de markt zijn, we hebben ook nooit moeite gehad met het origineel.
De stilering van de deurpanelen en de middenconsole werd duidelijk wat strakker. De edele metalen als leder, houtinleg en opvallende aluminiumkleurige stijlaccenten (als de portiergrepen vooraan) worden afgelost met kunststoffen die er Őeigenaardig genoeg- ten opzichte van de vorige generatie wat op achteruit gegaan zijn.
Een noodzakelijke vooruitgang werd dan weer geboekt ter hoogte van de kofferruimte. Bij de versies met -optionele- grotere lichtmetalen velgen worden runflat-banden geleverd waardoor ook het kleine tijdelijke reservewieltje achterwege kan gelaten worden. Dat zorgt samen met de toename in lengte voor een goed belaadbare kofferruimte met een omvang van 520l. Spijtig dat de neerklapbare achterbank in de optielijst staat.