De ophanging heeft een voorkeur voor de snelweg. De speudo-McPherson voortrein met rechthoekige onderarm en de achtertrein met soepele as met voorgeprogrammeerde uitslag zijn dan op hun best. De filtering is meer dan acceptabel en de koetswerkbewegingen blijven beperkt. In meer veeleisende omstandigheden heeft de ophanging het moeilijker. De ruim bemeten veerweg zorgt meestal nog voor een soepele demping, maar de koets gaat te veel deinen en helt behoorlijk in de bochten, ondanks de aanwezigheid van stabilisatoren.
Een variabele elektrische stuurbekrachtiging is standaard, maar ook daar mag Renault wat ons betreft nog wat aan sleutelen. In tegenstelling tot bij de Megane II, is dit stuurtje zeer vaag rond de rechtuitstand en moet je constant kleine correcties doorvoeren. Niet alleen op rechte weg, maar ook om in een zuivere lijn de bocht door te komen.
De remsysteem bestaat uit een diagonaal gescheiden remsysteem met geventileerde schijven (diameter 30cm) en volle schijven (diameter 27cm) achteraan. De dosering vergt wat gewenning, maar de geleverde prestaties voldoen zonder meer voor het beoogde gebruik. De rembekrachtiging en de noodremhulp maken een druk van 115 bar in het circuit mogelijk. Bij het vorige model was dat slechts 90 bar. De noodremhulp registreert een paniekreactie van de bestuurder en levert dan ongeacht de stand van het rempedaal een maximale remkracht tot het pedaal weer volledig losgelaten wordt. Op die manier stopt de Scenic II zelfs na 10 opeenvolgende rembeurten van 100km/u naar 0 op 39 meter. Dat is niet zo goed als de reguliere Megane, maar nog steeds zeer indrukwekkend.