De functionaliteit zelf is echter belangrijker dan de benaming dus laat ons dat even omschrijven. Het model is uitgerust met een linnen afdekkap en metalen dakstijlen. Met het dak dicht heeft het model de eigenschappen van een normale driedeurs, zij het dan met een koffer die opent in twee delen (klep naar onderen, ruit naar boven). Je kan het dak elektrisch helemaal open laten schuiven en dan krijg je een open air-effect. Eén stap verder schuif het dak over de achterruit die je dan met een kantelmechanisme onder de koffervloer kan doen verdwijnen. Je hebt dan alleen nog de beugels. Die vergrendelen aan de vooruit en ter hoogte van de C-stijl (een B-stijl ontbreekt), en zijn verwijderbaar. Doe je dat dan krijg je afhankelijk of je de zijruiten naar boven laat staan of wegklapt, een cabrio- of spider-koetswerk. Door de achterbank neer te klappen en de kofferklep open te zetten krijg je een pick-up, maar die mag je in ons land niet gebruiken omdat de nummerplaat dan onleesbaar is.
Of de handelingen voor het omturnen van het model allemaal even handig zijn, is een ander verhaal. Het elektrisch openen en sluiten van de kap is kinderspel, dat spreekt voor zich. Vanaf dan moet je werken met panelen en opzetstukjes, een extra hoedenplank en de balken. Die moet je thuis achterlaten en wegen dik 10kg per stuk. Dat is minder evident. Bij onze testwagen vertoonde het hele mechanisme wat haperingen links en rechts, maar het was een model uit de voorserie. Een seriemodel van bij de plaatselijke dealer vertoonde die mankementen niet. Desalniettemin slaagden we er na een keer of vijf in de hele ombouw (van volledig dicht naar geheel open) te doen in een minuut of vier en dat vinden we perfect acceptabel. De afwerking van de koets en de aansluiting van de verschillende panelen was nog voor verbetering vatbaar. Ook daar geldt dat het seriemodel beter scoort, maar Duitse normen blijven ver buiten bereik.