Fiat ontwikkelde voor de Panda een volledig nieuw onderstel. Vooraan is dat voorzien van een onafhankelijke ophanging met McPherson veerpoten, dwarse onderliggende wieldraagarmen die op een hulpframe verankerd zijn en een met de schokdemper verbonden stabilisatorstang. Achteraan wordt een duidelijk minder geavanceerd systeem geplaatst. Dat is een semi-onafhankelijk systeem van het starre type. Met voldoende oog voor comfort absorbeert het geheel de putten en bulten die vaak het wegdek van onze steden typeren. Je voelt wel dat de achteras wat droger reageert en die heeft ook op de snelweg het meeste last met de dwarsliggers, maar het blijft steeds ver onder de norm. Omdat het weggedrag, bij onze testwagen geholpen door iets breder 165/45 R14 rubber (alleen standaard op Emotion, de rest krijgt 155/80 R13 banden), progressief en gecontroleerd onderstuurd is met een duidelijk aangegeven gripgrens, is de nieuwe generatie Panda ook als het wat sneller moet een plezier om te rijden. De besturing maakt gebruik van een tandheugelsysteem, vanaf de 1.2 elektrisch bekrachtigd. In principe geeft dat veel feedback, maar dat gaat hier verloren. Vermoedelijk zit de zeer soepele elektrische bekrachtiging daar voor iets tussen. Dat kunnen we door de vingers zien omdat die het manoeuvreren aanzienlijk vereenvoudigd. Bovendien kan je een City-stand activeren die het stuur bij snelheden lager dan 35km/u overbekrachtigd. Je kan dan met één vinger op het stuur een parkeerplaats in. Fiat gebruikte dat systeem ook al bij de Stilo, maar daar was het contrast tussen beide standen onvoldoende. Hier is het verschil wel duidelijk.
Alleen de remmen kunnen een goede score nog belemmeren, maar dat doen ze niet. Een systeem met volle schijven met een diameter vooraan van 240mm en trommelremmen (180x30) achteraan moet voldoende zijn.