Aan opbergruimte geen gebrek; er zijn vakken in de deuren, tegen de rugleuning van de (niet verplaatsbare) voorzetels, er is een flessenhouder in het dashboard, een gekoeld handschoenvakje met een bruikbaar volume en er zijn schuiven onder zowat elke zetel. Bergruimte in de bodem had ook nog gekund, maar je moet de lijn ergens trekken natuurlijk. In elk geval biedt de massieve kofferklep je nog toegang tot een bagageruimte van ten minste 657l. Wil je die ten volle benutten, dan moet je in de hoogte stapelen, al is het verschuiven van het zitmeubilair ook een oplossing. Als bagage primeert boven de inzittenden kan je de zitbank of de individuele achterzetels verwijderen. Met één zitrij heb je al 2736l laadcapaciteit. Maak je de hele achterruimte vrij, voor een verhuis bijvoorbeeld, dan kan er niet minder dan 4525l in. Dat haalt een monovolume niet, wat duidelijk maakt dat het plaatsaanbod hier ook met zeven inzittenden duidelijk superieur is ten opzichte van die categorie. Quasi nooit heb je de indruk dat je te maken hebt met een veredelde bestelwagenuitvoering. Toch slaagt de Multivan er niet geheel in zijn origine te verdoezelen. Voornamelijk omdat je je als bestuurder behoorlijk omhoog moet hijsen om in de cabine terecht te komen. Andere puntjes zijn de isolatie van het motorgeluid en het veercomfort. Vooral als de diesel koud staat, is het rauwe genagel van de TDI-krachtbron (te) duidelijk hoorbaar. Het comfort is uitstekend zolang het wegdek dat ook is. Op de in ons land zo talrijke pokdalige wegen, worden de inzittenden echter behoorlijk heen en weer geschud. Een luchtophanging op de achteras zou dat kunnen verhelpen. Overigens speelt ook het element van de perceptie. Omdat je in de Multivan gewoon hoger boven de grond (en de as) zit, worden bewegingen meer versterkt dan bij een normale wagen of een lagere monovolume, zonder dat ze daarom erger zijn.
Volkswagen Multivan 2.5TDi Interieur
De vooruitgang ten opzichte van de vorige versie, aan de binnenzijde, is opvallend. De vorige Multivan, zelf de opvolger van de Caravelle, was immers nauwelijks meer dan een veredelde bestelwagen. Het interieur en instrumentenbord van deze generatie zijn daarentegen zonder meer dat van een personenwagen. Je hebt dus een boordplank in VW’s typerende bordeelkleurtjes en uitstekend ogende kunststofpanelen die evenwel niet met dezelfde millemetrische precisie in elkaar gestoken zijn dan bij de meeste andere producten van het Duitse concern. Toch blijft het interieur tijdens de hele testweek vrij van parasietgeluiden, op één exemplarisch rammeltje in het dashboard na. Het pookje zit hoog op het dashboard, handig dicht bij het stuur. Zo blijft de ruimte tussen beide harde, maar perfect comfortabele voorzetels vrij en kan je desgewenst zonder buitenom te gaan naar het compartiment achteraan verhuizen. Dat is toegankelijk via twee gigantische schuifdeuren en omvat twee individuele zetels die net als voorzetels voorzien zijn van twee armsteunen en een verschuifbare zitbank voor drie personen. Met de twee individuele zetels kan je goochelen. Je kan ze plaatsen in de rijrichting, of de inzittenden naar achteren laten kijken, want ze draaien op hun voet. Dat kan je met de achterbank natuurlijk niet, maar die is dan weer omvormbaar tot een bed. Tussen de zetels zit een multifunctionele box. Die is verschuifbaar en omvat twee paar bekerhouders, een asbak, opbergvakjes voor magazines en groter materiaal en kan tot een rond tafeltje omgevormd worden. Met een druk op de knop komt het uitklapbare tafelblad omhoog. Dat kan ook zijdelings naar één van de inzittenden gedraaid worden. Een picknick buiten zou ook kunnen omdat de box uitneembaar is.