Het aanbod bestaat uit drie uitrustingsniveaus (Trendline, Comfortline en Sportline) waarvan de beschikbaarheid afhangt van de motorkeuze. Er zijn drie benzinemotoren en even veel diesels. De instapper is de 1.4l met 75pk, gevolgd door de direct ingespoten 1.4 FSI met 90pk en een 1.6 FSI met dezelfde inspuittechnologie en 115pk bij de benzines. Dieselen kan met een 1.9TDI met 105pk en een 2.0TDI met 136 of 140pk. Het kleine verschil tussen beide versies is te wijten aan de fiscale aanpassing die werd doorgevoerd. De prestaties van beide modellen zijn nagenoeg identiek, dus het valt te verwachten dat de duurdere 140pk-versie nauwelijks afnemers zal vinden. Voor de 1.4 prijzen beginnen bij € 15.470, wat niet meteen weinig is. Een krachtiger benzineversie en een instapdiesel worden spoedig aan het aanbod toegevoegd.
De basisprijs van de testwagen, de 1.9TDI met 105pk en handgeschakelde vijfbak die naar alle waarschijnlijkheid de best verkopende uitvoering zal zijn, bedraagt in de hier gepresenteerde Comfortline-uitvoering € 20.530. Voor die prijs staan lichtmetalen velgen, een in delen neerklapbare achterbankleuning, half-automatische airco, snelheidsregelaar, elektrisch bediende ruiten vooraan en centrale deurvergrendeling met afstandsbediening op de uitrustingslijst. Om tot de testwagen te komen moet nog bijbetaald worden voor de vijfdeursuitvoering (in plaats van 3 deuren), metaalkleur, lederbekleding voor het stuur, alarmsysteem, ESP, een opbergmodule, boordcomputer en elektronische airco. Daarmee komt het prijskaartje op € 23.242,86 en dat is veel geld voor een compacte middenklasser. Ter vergelijking: de nieuwe Volvo S40, die ook in ons land wordt gebouwd, is voor € 23.500 mét 136 dieselpaarden onder de kap te krijgen en waarschijnlijk moet je dan enkel de lichtmetalen velgjes opgeven. VW benadrukt de waardevastheid, kwaliteit, betrouwbaarheid en lage onderhoudskost van de Golf. Elementen die de totale gebruikskost positief beïnvloeden. Correct, maar het is maar de vraag hoe ver je daarin kan gaan.