De Japanners hebben bij het ontwerp van de RX-8 hun fantasie de vrije loop gelaten. Binnen het nieuwe, typerende Mazda-design, waar de RX-8 zijn scherpe lijnen en onder meer het vijfhoekige radiatorrooster vooraan aan dankt, was er dus ruimte voor creativiteit. De concept die het productiemodel voorafging, bulkte daarvan en Mazda heeft het meeste behouden. Uitgesproken wielkasten, een panoramische achterruit én een op z’n zachtst gezegd originele opstelling van de deuren. Mazda wou immers een echte vierzitter maken en zocht naar een manier om de instap naar achteren te vereenvoudigen. Vier echter deuren horen niet op een sportwagen en er was geen plaats voor. Twee grote voorportieren gaan wél, maar dat is verre van praktisch. Mazda voert dan maar de zelfmoorddeuren opnieuw in (zo genoemd omdat je je tussen twee scharnierende delen kan knellen). Het voorportier opent conventioneel, het kleine achterportier klapt naar achteren. Omdat er geen B-stijl aanwezig is, is de opening uitzonderlijk groot. Opzet geslaagd, want de instap naar achteren is merkbaar eenvoudiger dan bij een coupé en benadert zelfs die van een berline.
Niet meteen doorsnee is ook wat onder de kap ligt. Bij Mazda wou men dat natuurlijk graag benadrukken. De afgeronde driehoekige vorm van de rotoren in het motorblok komt dan ook een aantal keren terug in het ontwerp. Subtiel op de motorkap, in de bumper en zelfs bij het mistlicht achteraan. De wielbasis is langer dan gemiddeld, met 2,70m op een totale lengte van 4,43m. Dat zorgt voor een ruim interieur, een gestrekt uiterlijk (nog geaccentueerd door de schuine, ver naar voren geplaatste A-stijl) en natuurlijk een betere gewichtsverdeling. De andere afmetingen zijn een hoogte van 1,34m en een breedte van 1,77m. De afwerking van het geheel is foutloos. We hadden niet anders verwacht.