Voor de ophanging maakt Subaru vooraan gebruik van een McPherson ophanging. Achteraan zit een multi-link achteras. In tegenstelling tot de Impreza’s die ongeacht hun motorisatie nogal droog opgehangen zijn, is de afstelling van de Legacy uitgesproken soepel. Tot pompbewegingen laat het geheel zich niet verleiden, maar we vrezen een beetje voor het veercomfort als de kofferbak vol zit. In tegenstelling tot de veelal voorwielaangedreven concurrentie heeft de afstelling weinig of geen gevolgen voor het weggedrag. Daar zorgt Subaru’s AWD-systeem voor. Door de aandrijfkracht afhankelijk van de grip van elk wiel constant te laten variëren is een optimale tractie gegarandeerd. In de praktijk wil dat zeggen dat water of een pokdalig wegdek nauwelijks invloed hebben op de stabiliteit of de tractie. De Legacy snijdt opvallend snedig de bocht aan en laat zich amper tot onder- of overstuur verleiden. Indrukwekkend. Behalve erg vergevingsgezind, maakt de techniek de Legacy bij uitstek geschikt als sleepwagen. Een geremde aanhanger mag dan ook tot 1,6ton zwaar zijn. De Legacy Touring Wagon beschikt zelfs over een reductiebak. Niet om op onverhard te gaan ploeteren, daarvoor is de bodemvrijheid te laag en mist de motor afdoende bescherming, maar om bijvoorbeeld in de bergen wat meer reserve te hebben. Er zijn geen vergelijkbare concurrenten die een dergelijke combinatie aanbieden. Remmen doet de Legacy met geventileerde schijven voor de voorwielen en volle schijven voor achterwielen. Een tikkeltje meer pedaalgevoel zou welkom zijn, niet alleen voor het rempedaal, maar op de vertraging hebben we geen opmerkingen.
Subaru Legacy Touring Wagon 2.0 Rijgedrag
Subaru is wat motor en aandrijflijn betreft een beetje een buitenbeentje. De Japanse constructeur zweert immers bij boxermotoren, omwille van hun soepele vermogensopbouw en laag zwaartepunt, en een geheel symmetrische vierwielaandrijving die de kracht permanent over de vier wielen verdeelt. Omwille van die fanatieke houding ten opzichte van boxermotoren heeft Subaru geen diesels in het gamma en daarmee plaatst het merk zichzelf in een dieselminnend land als het onze in isolement. Een dieselmotor gaan lenen bij een ander merk gaat niet omdat de structuur te ingrijpend gewijzigd zou moeten worden. Subaru heeft het dus gemunt op die minderheid van benzinerijders in het segment van de grote middenklassers. De 1994cc viercilinder onder de kap van onze testwagen is goed voor 138pk bij 5.800t/min en een maximumkoppel van 187Nm bij 4.400t/min. In combinatie met een opvallend soepel en daardoor ook een tikkeltje gevoelloos schakelende vijfbak is dat goed voor een top van 193km/u. 100km/u staat in het beste geval na 11,5sec op te teller. Vlot, maar niets meer; voldoende om de verwachtingen van een instapper in te lossen. Boxermotoren hebben de onhebbelijke gewoonte om hun positieve invloed op de rijeigenschappen te bestraffen met een hoger brandstofverbruik. Subaru heeft daaraan gewerkt, onder meer door de ademhaling te verbeteren en gebruik te maken van een elektronisch gestuurde gasklep. Daardoor kan de constructeur een gebruikgemiddelde van 7,7l/100km opgeven. Ons testverbruik bedroeg 8,4l/100km, met een maximumverbruik van 9,6l/100km. Dat hadden we, gezien de rijstijl, hoger verwacht.