Omdat de Freelander permanente vierwielaandrijving heeft, in tegenstelling tot systemen die enkel als het noodzakelijk is de achteras bijschakelen, is de kleinste Land Rover op het terrein moeilijk uit z’n lood te slaan. Ook niet met onaangepaste banden en zonder terreinversnelling. In tegenstelling tot het meeste straatblik dat de concurrentie aanbiedt is de ophanging opgewassen tegen echt terreinwerk. Land Rover compenseerde de (dure) techniek ook met elektronica. De elektronische tractiecontrole helpt bijvoorbeeld bij het vertrekken op een moeilijke ondergrond. Hill Descent Control maakt dan weer het afrijden van steile hellingen aanzienlijk gemakkelijker. Al bij al is de Freelander, niet geheel verassend natuurlijk, de SUV die wat gevoel betreft het dichtst aanleunt bij de echte 4x4. Een positief punt als je het ons vraagt. Enig minpunt voor het bedwingen van uw modder- en terreinvrees is de positie van de knalpot achteraan. Die zit immers behoorlijk in de weg en raakt op een klein beetje veeleisend terrein dan ook regelmatig de bodem. De ontwerpers wisten er schijnbaar geen blijf mee. Als we daarnaast nog wat aan onze verlanglijst zouden mogen toevoegen zou het meer stuur- en pedaalgevoel zijn. De Freelander wil enkel kort stoppen als je het rempedaal een fikse stamp verkoopt, maar we hebben niet te klagen over de uithouding van het systeem met geventileerde schijven vooraan en schijven achteraan. Land Rover drukt ook op de geschiktheid van het model als sleepwagen. Aan de trekhaak mag immers 1,8 ton hangen (geremd) en dat is uitzonderlijk veel.
Land Rover Freelander Td4 Rijgedrag
De 1951cc viercilinder in lijn dieselmotor ontwikkelt een vermogen van 112pk bij 4.000t/min en 260Nm koppel bij 1.750t/min. Bij de automaat gaat daar nog 3pk van af. Met ten minste 1.550kg op de weegschaal kan dat uiteraard niet zorgen voor vlotte prestaties. De combinatie met de vijftrapsautomaat is dan ook de traagste versie die er is; de top bedraagt 161km/u en de spurt naar 100km/u neemt 14,3sec in beslag. Verre van flitsend dus, maar als je de automaat in de sport-stand zet, zijn de acceleraties acceptabel. Net. De bak presteert overigens naar voldoening, zonder dat we erbij het gevoel krijgen met een uitzonderlijk geavanceerd of modern systeem op weg te zijn. Het geheel heeft wél een manuele stand. Bij gewoon rijden lijkt ons die zoals steeds nutteloos, maar met een sleep aan een optionele trekhaak of op terrein heeft die zeker nut. Er is ook een sneeuwstand. Het motorgeluid binnen is steeds aanwezig, maar storend wordt het nooit. Erg zuinig is de Freelander niet met een gebruiksgemiddelde van 8,6l voor de automaat. Stedelijk verkeer en terreinwerk leveren zelfs gebruiksgemiddeldes op van 11l en meer. Dan geraak je met een tankinhoud van 64l niet zo ver.