Om plaats te bieden aan de derde zetelrij en gelijktijdig een respectabele kofferruimte te behouden, wordt deze Scénic -zoals de benaming suggereert- een half maatje groter. Omdat hij ook wat meer weegt krijgt deze koets niet de basismotoren in het vooronder. Het aanbod bestaat uit een 1.6 16v en 2.0 16v benzinemotor en de 100pk sterke 1.5dCi en 115pk sterke 1.9dCi dieselmotoren. De beschikbare uitvoeringen zijn Authentique, Expression, Dynamique en Privilège. De goedkoopste benzineversie moet Renault €18.900 opbrengen terwijl je voor vanaf € 20.500 kan dieselen. Onze testwagen was de best uitgeruste Privilège-uitvoering met de 1.9dCi die steeds wordt gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak. Dat is met een prijskaartje van € 25.300 de duurste telg uit het gamma. De opties zijn verantwoordelijk voor een totaalprijs van € 30.300. In vergelijking met de reguliere Scénic bedraagt de meerprijs € 1.000 en dat vinden we geen euro te veel.
Renault Grand Scénic 1.9dCi Inleiding
In 1996 was Renault de pionier op het vlak van compacte monovolumes, met de eerste generatie Scénic. Die werd bijzonder snel een vaste waarde binnen het Mégane-gamma. Het succes van de Scenic bleef echter niet lang onbeantwoord. Intussen heeft zowat elke volumeconstructeur een compacte monovolume in de prijslijst staan. Citroën heeft de Picasso, Opel de Zafira, VW de Touran, Seat sinds kort de Altea, Ford de uitstekend rijdende C-MAXij Bovendien koos de Duitse concurrentie resoluut voor oplossingen met 7 zitplaatsen. Renault bood ruimte voor 7 in de Espace en Grand Espace, maar kondigde bij de lancering van de Scénic ook meteen een ruimere Grand Scénic aan met drie zetelrijen. Die voelen we hier aan de tand.