Het is al lang geleden dat de pennentrekken van een ontwerper veel stof lieten opwaaien, enkele uitzonderingen als de Fiat Multipla uitgezonderd, maar sinds BMW haar hoop vestigde op de Amerikaan Chris Bangle regent het kritiek. Bij de lancering van de 5-Reeks bleek het ontwerp al met minder scepsis ontvangen te worden, maar de Z4 en vooral de 7-Reeks werden met bakken commentaar overladen. De 6-reeks is ook overduidelijk een Bangle-project en lijkt algemeen positief onthaalt te worden, ondanks de opgehoogde kofferklep die overeenkomsten vertoont met hetzelfde onderdeel van de 7-Reeks. Wat het geheel in elk geval wél uitstraalt is brute kracht. De voorzijde kreeg kleine, agressieve kijkers, opvallende verchroomde nieren en een imposante luchthapper. Naar de achterzijde toe groeit de massiviteit van het koetswerk dat uiteindelijk overgaat in de uitgesproken aërodynamische vorm van de kofferklep, geflankeerd door twee vloeiend vormgegeven lichtunits.
Cabrio’s met een stoffen dak hebben in principe wat minder uitstraling dan een model met (al dan niet wegklapbaar) metalen dak, maar een noviteit van de ontwerper zorgt hier in elk geval voor een vervaging van de grens. In plaats van een conventionele constructie met schuine achterruit werd immers geopteerd voor een apart bedienbare verticale achterruit. Daardoor loopt het dak uit in twee ‘vinnen’ die apart én dynamisch aandoen. Bovendien doet de achterruit in open toestand ook dienst als windscherm. De combinatie van al deze factoren maakt van de ‘6’ ook in het exclusieve segment een aparte auto en dat moet toch een plus zijn.