Dat de constructeur ook achterwielaandrijving moest opgeven, kon er nog wel bij veronderstellen we. Het alternatief hoeft in dit geval niet meteen een stap terug te zijn want de X-Type werd aangekondigd met een aandrijflijn voor de vier wielen. Alleen hebben de instapversies daar geen recht op. De diesel wordt bijgevolg altijd aangedreven op de voorwielen, wat uiteraard een stap terug is. De buitensporig brede band zorgt wel voor een optimale tractie, een hogere stabiliteit en finaal dus ook voor een sportieve rijsensatie. De ophanging werd grotendeels overgenomen van Ford, maar vanzelfsprekend werd de afstelling onder handen genomen. De X-Type heeft een comfortabel onderstel, maar is op de Sport voorzien van een aangepaste ophanging die spijtig genoeg dubieuze feedback geeft. Breed 225/40 R18-rubber zorgt in combinatie met een precies stuurwiel voor een alerte, snedige reactie op de commando’s van de bestuurder, parasietreacties zijn tijdens snelle bochten niet geheel uit de lucht. Door het brede bandoppervlak en de kleine wangen krijg je bovendien alle oneffenheden doorgespeeld, zijn rolgeluiden niet uit de lucht en wordt het geheel wel erg gevoelig voor sporing. Spijtig dat Jaguar de durf ontbrak om een écht sportief afgestelde ophanging te steken. Dat zou, in combinatie met een hogere band, zorgen voor een beter weggedrag en minder rolneigingen in de bochten. Omdat deze X ook als familiewagen inzetbaar moet zijn, scoort de filtering van kleine oneffenheden ondermaats.
Jaguar X-Type Estate 2.0D Rijgedrag
“Een diesel!” schreeuwde men bij Jaguar ongetwijfeld verbouwereerd alvorens op zoek te gaan naar hun zojuist verloren oogbollen op de mahoniehouten vergadertafel in het hoofdkwartier van het Britse luxemerk. Enige discussie achteraf bleek de Ford-vertegenwoordiger aan de andere kant van de tafel stoïcijns te laten want het in het vooronder van onze testwagen huist een zelfontbrander die zijn roots heeft bij de gigant met het blauwe ovaal. Toch neemt Jaguar de overigens uitstekende 2-liter common-rail dieselmotor niet klakkeloos over. De Britten hebben eraan gewerkt om hem beschaafder te maken. Laat ons hopen dat het publiek voor de combinatie valt want het dieselverhaal kost Jaguar de commercialisering van een compacte tweezitter. We kunnen in elk geval concluderen dat de aanpassingen geslaagd zijn, want de krachtbron doet z’n werk met meer finesse en minder decibels dan in de Ford. Toch kan je aan de typerende dieseleigenschappen niet ontsnappen. De trillingen en het grollende motorgeluid, ook als is het goed gedempt, halen het niet bij de finesse van een zescilinder benzinekrachtbron. De prestaties zelf zijn nauwelijks beschamend te noemen, vooral in de tussenspurtjes geeft het geheel vertrouwen. Bij 3.800t/min wordt 130pk geleverd terwijl het koppel al bij 1.800t/min. piekt op 330Nm. De Estate spurft daarmee naar 100km/u in een redelijke 10,2sec en haalt een top van 198km/u. We zullen aan het feit dat we meer verwacht hadden dus niet te zwaar tillen, ook al biedt de concurrentie duidelijk meer vermogen in deze klasse. Een zesbak was wel leuk geweest en een automaat had op z’n minst aangeboden mogen worden.