Weinigen beweren dat Jaguar het ontwerp van de X-Type slecht heeft aangepakt want hoewel het uiteraard wennen is aan de naar Jaguar-normen bekromen dimensies van het geheel, voldoet het uiterlijk aan de vooropgestelde normen. De X-Type is onmiddellijk herkenbaar als een kat en straalt elegantie, sierlijkheid en klasse uit in een moeilijke combinatie met kracht. Aan welke pennentrek dat gelegen is, valt nauwelijks te determineren, maar de X paait duidelijk een jonger publiek dan de grotere berlines van het merk. Opdracht volbracht met andere woorden. Wat de berline betreft ten minsteij de opdracht om het van traditie doorspekte design-erfgoed van de constructeur om te zetten naar een break -nota bene een ‘functionele’ variant- kan de ontwerpers toch niet licht gevallen zijn. Uiteraard blijft de herkenbaarheid van het front, maar referentiepunten achteraan zijn moeilijker te definiëren. Toeval of niet, de achterpartij heeft wat weg van de Volvo V40 die inmiddels uit de catalogus verdwenen is. Erg vinden we dat niet, want het ontwerp viel bij omstaanders doorgaans in de smaak. De vraag naar of het ook ‘Jaguar’ is kan nog stof leveren voor geanimeerde toogdiscussies. Of nee, Scotch Single Malt en Davidoff-sigaar-discussies.
Aan de buitenzijde kan je als X-Type klant opteren voor stilistische stromingen die meer de elegante, dan wel meer de sportieve kant op gaan. In het geval van onze testwagen werd het dat laatste. De zwarte koetswerkkleur zorgt in dit geval voor een stealth-look met meegespoten radiatorrooster, beschermlijsten en deurklinken. Enkel de type-aanduiding achteraan is verchroomd. Adembenemend (optioneel) 18-duims lichtmetaal maakt het plaatje compleet. Het eindrapport voor deze X-Type is positief, al verliest onze testwagen wat punten voor een afwerkingsfoutje.