De Crossfire is niet meteen een ideale reismakker, tenzij in de kijker rijden een reisdoel op zich is. In het andere geval is de bergruimte wellicht te beperkt. In het interieur laten het handschoenkastje, portiervakken, een opbergvak in de middentunnel en een net tegen de achterwand van het passagierscompartiment ruimte voor prullaria, maar iets van enig volume kan je daar niet in kwijt. De kofferruimte is bij de Coupé 210l groot (of liever klein) en bij de Roadster is dat met 190l met gesloten kap zelfs nog minder. Er valt evenwel ook nog wat voor te zeggen want bij de Coupé is de kleine bagageruimte niet voorzien van een afdekking waardoor eender wie kan zien wat je in de koffer hebt liggen en, misschien irritanter, die het geheel de fungeert als klankkast. Elementen die dankzij de gewelfde afdekkap niet spelen bij de dakloze versie, ongeacht de stand van het dak. Open rijden en nog wat meenemen gaat al helemaal niet; de laadruimte is dan beperkt tot 104l. Een mens offert wat voor zo’n lijn.
Chrysler Crossfire Roadster Interieur
Daar waar aan de buitenzijde voorkennis vereist is om de link met het donorvoertuig te leggen, is de invloed van Mercedes in het interieur veel duidelijker. De goed afleesbare boordplank werd nog hertekend, maar de opstelling van de hendels is identiek. De Crossfire is bijvoorbeeld de eerste Amerikaanse wagen met parkeerlichten die we konden rijden. Op zich is er overigens helemaal niets mis met deze elementen. Integendeel; de ergonomie is uitstekend, het zitmeubilair koppelt een aangenaam uitzicht aan steun op de juiste plaatsen en de rijhouding is wat ze moet zijn. Waar we minder opgetogen mee zijn is het veelvuldig gebruik van goedkoop ogend en aanvoelend plastic. Dat voor de bovenzijde van het dashboard en de deurpanelen gaat nog, maar het handschoenkastje en de middenconsole laten behoorlijk te wensen over. Dat zijn ook toevallig elementen die Chrysler wijzigde, maar het is onvoldoende om de balans naar negatief te doen omslaan. Binnenin is de afwerking algemeen bevredigend. Storende kraakjes en piepjes bleken niet onbestaand, maar ze waren vooral afkomstig van de dakconstructie.