Het zitmeubilair is comfortabel, met voldoende steun voor de onderrug. De zijdelingse steun heeft wat te lijden onder de (noodzakelijke) smalle zit en rugleuning, maar echt zwaar tillen we daar bij een dergelijk voertuig niet aan. Moduleerbaarheid en comfort is dan belangrijker en Fiat heeft beide voor elkaar. Je kan de zitplaatsen achteraan immers over 15cm verstellen, verwijderen of de beide middelste plaatsen neerklappen tot een tafeltje met telkens twee bekerhouders. De kofferruimte is aanzienlijk en ook dat is voor een groot deel aan de breedte te danken. Je kan er 430l in kwijt. Het verstellen van de achterste zetels levert 100l extra op en als de tweede zitrij thuis gelaten wordt, bedraagt de ruimte 1.900l. De zetels in de vloer laten verdwijnen kan niet.
Door de lage gordellijn en het bijhorende grote glasoppervlak baadt het interieur in licht en heb je een relatief goed overzicht op het verkeer. De typische, hogere monovolumehouding draagt daar toe bij. In feite heeft de constructeur het interieur nauwelijks aan wijzigingen onderworpen. Wat de boordplank betreft vinden we dat toch een spijtige zaak. De wijzerplaat, de voornaamste knoppen en de centrale verluchtingsroosters zijn ondergebracht in een centrale ‘rotsformatie’ die qua ergonomie en duidelijkheid te wensen over laat. De gebruikte materialen zijn hier en daar ook nog voor verbetering vatbaar, maar met de afwerking zit het snor. Geen fouten en -vooral- geen storende geluidjes.