Net als de techniek is het uiterlijk van de 911 al decennia het onderwerp van een zekere, maar geleidelijke evolutie. Dat is inherent aan het merk en, naar onze bescheiden mening, een onderdeel van de aantrekkingskracht en charme van het product. De opmerking dat de 997 quasi gelijk is aan de 996 is dan ook slechts terecht voor zover zij ontdaan is van enige negatieve connotatie. De basislijnen zijn gebleven, maar elk koetswerkpaneel -met uitzondering van het dak- is nieuw. De wijzigingen zijn veelal uiterst subtiel, met uitzondering van de duidelijker zichtbare aanpassingen van de lichtunits. De 997 heeft vooraan, en daarmee hebben we het meteen over het meest frappante stijlelement, immers terug ovalen koplampunits met separate richtingaanwijzers en standlichten. Eén generatie eerder was dat element opgeofferd, tot groot ongenoegen van de grote kern 911-liefhebbers, maar nu is de typische snuit terug. Alleen al daardoor zal de 996, verder een groot commercieel succes, een dwaling blijven.
De 997 kreeg meer gewelfde spatborden, nieuwe zijspiegels met dubbele arm en een aërodynamisch geoptimaliseerde achterspoiler. Onder meer door die aanpassingen is de luchtweerstand van het ontwerp met een gespierde look en een slanke taille gedaald. De 996 haalde een verre van onverdienstelijke Cx van 0,30; de 997 haalt 0,28. De kwaliteit van assemblage en afwerking is feilloos en ook dat heeft, in de vorm van quasi naadloos verlijmde panelen een rol gespeeld bij het minimaliseren van de luchtwervelingen rond het koetswerk.