De perfect vierkante viercilinder (identieke boring en slag van 86mm) onder de kap van onze FR-V heeft een zuiververplaatsing van 1.998cc. Het is een typische Honda-motor in die zin dat het blok zich ook hoog in de toeren in z’n sas voelt. Je kan op de 150 paardenkrachten beroep doen als de naald van de toerenteller 6.500 omwentelingen aanduidt. Het maximumkoppel van 192Nm is er bij 4.000 krukasrotaties per minuut. De zesbak heeft vijf versnellingen en een echte overdrive. In deze configuratie (de 1.7 moet het met een vijfbak stellen) haalt de anderhalve ton zware zeszitter een top van 195km/u. De acceleratie van nul naar 100km/u kan in 10,5sec, maar dan moet je in tweede versnelling blijven tot de toerentalbegrenzer tussenkomt. Toch kan je stellen dat het model meer dan vlot genoeg is. We kijken al vol spanning uit naar de koppelrijke 2.2 diesel, die vooral in de tussenacceleraties -waarin de luchtverplaatsing van de grote koets de motor toch parten speelt- sterk uit de hoek zal komen. Honda heeft het over een gebruiksgemiddelde van 8,4l. Bij een meer realistische rijstijl moet 10l zonder problemen volstaan. Dat is -alles in beschouwing genomen- zeer redelijk.
Honda FR-V 2.0 Rijgedrag
Honda leent voor deze FR-V het onderstel van de CR-V, maar maakte het zes centimeter langer. De voorwielen worden door een McPherson voortrein tegen het wegdek gehouden, terwijl achteraan een dubbele wishbone-ophanging die taak op zich neemt. In beide gevallen werd gekozen voor een uitgesproken soepele afstelling en het gebruik van antirolstangen. Dat heeft samen met de grote spoorbreedte en het relatief lage zwaartepunt tot gevolg dat het model zonder problemen oneffenheden absorbeert, maar toch zeer stabiel blijft in de bochten. Het weggedrag is dus uiterst comfortabel, maar heeft desalniettemin ook eigenschappen die de meer dynamische bestuurder zullen bekoren. Ook mooi meegenomen zijn de kleine draaicirkel (11,2m) en de soepel aanvoelende kabelbediende zesbak.