Door de gekozen zetelopstelling verschilt de FR-V qua maatstelling van de doorsnee monovolume. Een hoogte van 1,61m is volstrekt normaal, maar de lengte is met 4,28m eerder kort terwijl de breedte met 1,81m dan weer fors te noemen is. Met dergelijke conceptgebonden afmetingen is het geen evidentie om een modellijn te ontwerpen die vertrouwd en modern oogt. De FR-V heeft uiterlijk dan ook niets gemeen met de andere monovolumes van het merk, en hoewel het koetswerk kan omschreven worden als ‘passend binnen de merkidentiteit’ zijn er weinig typerende trekken te bespeuren. Toch oogt het geheel evenwichtig en stevig geblokt, zonder aan dynamisme in te boeten. De oplopende gordellijn en de vormgeving van de achterste zijruiten zorgen voor een sportieve uitstraling. In de flank en de achterzijde ontwaren we wat Europese invloeden, met onder meer overeenkomsten met de Mercedes A-Klasse en BMW X3. Het koetswerk was in het geval van onze testwagen voorbeeldig in elkaar gezet. Er vielen bijgevolg geen afwerkingsfouten te betreuren. In het ontwerp zelf hadden de Japanners wat meer oog mogen hebben voor de zichtbaarheid rondom. Het lijnenspel rond de dikke C-stijl oogt misschien aantrekkelijk aan de buitenzijde, maar het zorgt samen met de hooggeplaatste achterruit voor een werkelijk abominabele zichtbaarheid naar achteren.
Geef commentaar
comments by Disqus