Toyota ontwikkelde voor deze Corolla Verso een nieuw platform. Dat was nodig om de flexibiliteit van het interieur te kunnen combineren met betere rijeigenschappen. In feite heeft dat onderstel meer gemeen met de Avensis dan met de Corolla. Zo is de voorophanging identiek aan die van de Avensis. Die technologie moet het model stabieler maken en het stuur een dynamisch gevoel geven. Onder de kap zit een gekende 116pk en 280Nm sterke 2.0 D-4D dieselmotor. Die wordt gekoppeld aan een handgeschakelde vijfbak. De combinatie levert een comfortabele topsnelheid van 180km/u op. De acceleratietijd naar 100km/u van 12,6sec zal voor de wat sportiever ingestelde huisvader aan de nipte kant zijn. Maar de dieselmotor heeft nog minpunten. Ondanks een doorgedreven geluidsisolatie en een geluidswerende voorruit -geen evidentie in dit segment- toont de oliestoker zich bij tijden rauw en ongemanierd. Spijtig.
Het veergedrag is comfortabel en efficiënt. Onberispelijk in feite. Het weggedrag is daarentegen behoorlijk onderstuurd. Een veilige keuze, al had de grens wat verder mogen liggen. Bij een dynamische rijstijl blijkt de Corolla Verso ook sterk afhankelijk te zijn van de stabiliteitscontrole. Een remmend achterwiel houdt dan de wagen op koers. Dat is een situatie die bij hoge wagens wel meer voorvalt, maar waarvan we geen voorstander zijn. Het remsysteem, ook afkomstig van de Avensis, voldoet ruimschoots. Een minder paniekerig ABS-systeem, dat bij de activering ook wat minder in de remwerking snijdt, staat wel nog op onze verlanglijst.