Jaguar heeft de S-Type onvoldoende gewijzigd om de liefhebbers van het klassieke stijlvolle lijnenspel en het typerende, praktische interieur voor de borst te stoten. Anderzijds werden ook die paar kleine minpunten, zoals een beperkt en weinig bruikbaar koffervolume en een eerder beperkte basisuitrusting, niet helemaal weggewerkt. De voornaamste conclusie is echter dat deze Jaguar een klassieke uitstraling en –dankzij een meesterlijk afgesteld onderstel- massa’s rijplezier voortaan op een verre van teleurstellende wijze weet te combineren met een dieselkrachtbron. De Britten zijn erin geslaagd de vervelende kantjes te verstoppen, maar behouden uiteraard de voordelen op vlak van verbruik. Jaguar kan zo in de betere lease-middens wel eens de Duitse heerschappij gaan bekampen, en was het de Britten daar niet om te doen?
Jaguar S-Type 2.7D Conclusie
In 2004 stelde Jaguar samen met het opgefriste uiterlijk van de S-Type ook een dieselmotor voor dat model voor. Die uitvoering, voorzien van een ultramoderne 2.7l zescilinder dieselkrachtbron van Ford-PSA-origine (206pk en 435Nm sterk), is sinds kort op de Belgische markt verkrijgbaar vanaf € 41.500. De motor komt ondanks een verfijnde architectuur en in combinatie met een zijdezacht schakelende optionele zestrapsautomaat soms wat kortademig over, al hebben we dat nauwelijks aan ons hart laten komen. De demping van trillingen en geluiden bleek van opmerkelijk hoog niveau, waardoor de gezapig ingestelde Jaguar-dieselrijder zich niet eens van het motortype bewust hoeft te zijn.