De binnenzijde oogt vertrouwd, wat niet verwonderlijk is aangezien de hele handel uit de VW-organenbank komt. Een onmiskenbaar positief gevolg daarvan is dat je in de Octavia, toch nog steeds voor minder geld dan een vergelijkbare VW, kan beschikken over de voornaamste troeven van het concern. Met uitzondering van het wat te plastiekerig aanvoelende standaardstuurtje (een optioneel lederen stuurwiel is een aanrader) zijn de materialen immers oerdegelijk. De assemblage-afdeling levert het geheel tot op de millimeter correct af en op de ergonomie valt ook al niets aan te merken. Alles zit waar je het verwacht en de bediening is relatief eenvoudig. Minder leuk vinden we het gebrek aan identiteit dat al dat uitwisselen van onderdelen met zich mee brengt. Op wat andere wijzerplaten en de kleur van de verlichting na is het allemaal voorgekouwde VW-kost en dat wil zeggen dat zwart en grijstinten overheersen. Een beige kleurenschema is verkrijgbaar, maar ook dat loopt niet over van de originaliteit.
Dankzij uitgebreid instelbare zetels en een hoogte- en diepteverstelling van het stuurwiel mag je als bestuurder een nagenoeg perfecte zithouding verwachten. Het zitmeubilair is niet te hard, en daarom verre van oncomfortabel. De smalle steunvlakken houden je op je plaats zolang je je niet aan spectaculair bochtenwerk wil bezondigen. De ondersteuning van de rug is op maat van de kilometervreter. Over de zitruimte zijn we positief. Vooral achteraan, daar waar letterlijk ruimte was voor verbetering, werden inspanningen verricht.
Achter de inzittenden zit een voor deze klasse uitzonderlijk grote kofferbak, egaal van vorm en vanzelfsprekend helemaal bekleed, met een inhoud van 560l. Een in ongelijke delen neerklapbare achterbank brengt zelfs een laadcapaciteit van 1420l binnen het bereik. Omdat enkel de rugleuning omklapt, en de zittingen dus muurvast blijven zitten, hoort een vlakke laadvloer niet tot de mogelijkheden.