Toegegeven, een eerste kennismaking met de Boxster liet ons wat op de honger zitten. Maar dit is de Boxster S. De zescilinder tegen je ruggegraat heeft daardoor een longinhoud van een halve liter meer en levert 280pk bij 6.200t/min. De koppelkromme levert haar maximale waarde vanaf 4.700t/min tot 6.000t/min. Daardoor kan je bij het opschakelen, via een strakke en toch eenvoudig bedienbare zesbak, steeds tussen het toerental van het maximumvermogen en het maximumkoppel blijven.
De prestaties van de Boxster S liegen er niet bepaald om; de topsnelheid bedraagt 268km/u en de spurt naar de drie digits kan als je het koppelingspedaal geselt in 5,5 tellen. Als het even kan, zijn we toch meer onder de indruk van de remmen. Porsche stemt immers als geen ander het vertragingspotentieel van z’n voertuigen af op het acceleratievermogen. De schijven rondom zijn niet alleen geventileerd, maar ook geperforeerd. In het 18-duims lichtmetaal van de S huizen vooraan schijven met een diameter van 318mm. Achteraan bedraagt de doorsnede 299mm. Als het op bijtkracht, deceleratie en uithouding aankomt, veegt de Boxster de vloer aan met zowat elke directe concurrent. Omdat de luchtstroom wat voordeliger werd, ging ook het verbruik er een tikkeltje op vooruit. In theorie kan je de gemende cyclus volmaken met een zeer redelijke 9,8, maar 20l kan ook, afhankelijk van je rijstijl. We klokten onze testperiode af met een globaal gemiddelde van 12,9l/100km.