Porsche achtte het nodig de binnenzijde geheel te herbekijken. Je staart dus tegen een volledig nieuwe boordplank aan, ook al oogt die nog steeds even vertrouwd. De toerenteller staat net zo centraal als altijd. De kwaliteitsmaterialen voor de middenconsole en de sierlijst zijn voortaan wel met een donkere aluminiumtint overgoten. Het oogt en voelt allemaal degelijk aan en hoewel onze versie bulkt van de mogelijkheden (met o.m. telefoon en GPS) blijft de bediening kinderlijk eenvoudig. Het sportmeubilair biedt een ondersteuning die enkel met veel te lange, lovende en lyrisch opgestelde lettercombinaties mag omschreven worden, maar dat is een vrijheid die we niet hebben. Dan concentreren we ons maar op de wijzigingen. Porsche maakte immers detailaanpassingen aan de pedaalstand, monteerde de zetel wat lager, verhoogde de instelbaarheid én zorgde voor een hoogteverstelling (van 4cm) op het stuurwiel. Laat dat alles nu resulteren in een volstrekt perfecte zithouding.
Porsche buigt niet voor de metaaldak-trend en houdt het op een (lichtgewicht) stoffen dak. Dat laat zich elektrisch bedienen en verdwijnt, na het manueel ontgrendelen via een centrale kruk, in 12 tellen onder de afdekkap. Dat is net zo snel als vroeger, maar voortaan kan de gedaantewisseling al rijdend tot 50km/u voltrekken.
Alleen al omwille van de vorm en de opstelling met de centraal geplaatste motor, associeer je de Boxster –of eender welke sportwagen- niet meteen met een riant laadvermogen. Toch blijkt dat in dit geval goed mee te vallen. Achteraan heb je ruimte voor 150l en vooraan is er een bergvak dat 130l kan slikken. Daarmee heb je net zo veel ruimte ter beschikking als in een compacte wagen en dankzij de gelijkmatige vorm van beide opbergruimtes, is de bruikbaarheid meer dan acceptabel. Die bagageruimte is overigens 20l ruimer dan voorheen, omdat het reservewiel sneuvelde.