Over de ontwerpstijl van de Amerikaanse ontwerper Chris Bangle is als behoorlijk wat inkt gevloeid, maar dit maal heeft BMW het niet zo ver laten komen. De 3 krijgt in vergelijking met z’n voorganger een compleet nieuw, maar al bij al zeer voorspelbaar uiterlijk. Het lijnenspel is strak, de snuit dankzij de bumperoverschrijdende plooilijn onder de traditionele niertjes door, stoer en de inmiddels traditionele combinatie van holle en bolle koetswerkpanelen zorgt tegelijk voor een hoogtechnologisch uiterlijk. Achteraan is het vooral de behoudsgezinde vorm van de lichtunits die opvalt. Afhankelijk van de gekozen koetswerkkleur oogt het model er zelfs wat plomp door. De oplopende geprononceerde plooilijn op de flank kan daaraan niet verhelpen.

Vanzelfsprekend kreeg de 3 weer een groeischeut. De nieuweling is 3,5cm hoger en net geen 5cm langer dan de vierde generatie. Toch is het vooral de toename in breedte -op een haar na 8cm- die zich in het interieur zal laten voelen. Door de aanpassingen meet het model nu 4.520mm in de lengte, 1.817mm in de breedte en 1.421mm in de hoogte.