De 5654cc dikke achtcilinder die in lengterichting onder de kap zit, spreekt tot de verbeelding. Hij is dan ook 340pk (bij 5.000t/min.) en 525Nm (bij 4.000t/min) sterk. Dat lijkt indrukwekkend, maar het specifieke vermogen van 59,6pk per liter is eerder teleurstellend. Tijdens het rijden heb je aan zo’n vergelijkingen uiteraard geen boodschap. De 300 C spurt naar 100 km/u in 6,4 tellen en houdt het pas bij (een begrensde) 250km/u voor bekeken. Door de soepel draaiende krachtbron, de goede isolatie en de zijdezacht schakelende vijftrapsautomaat lijkt dat zelfs kinderspel. Aan de pomp betaal je voor zowel de prestaties als de ongesofisticeerde motorarchitectuur (met bijvoorbeeld slechts één in- en uitlaatklep per cilinder) wel een prijs. Stevig doorrijden kost meer dan 2 emmers per 100km en het opgegeven verbruiksgemiddelde van 13,4 is zelfs volstrekt onhaalbaar voor iedereen die af en toe het gaspedaal beroert. Het blok schakelt bij deellast wel cilinders uit om het verbruik te drukken, maar in het Belgische verkeer kan je zelden een constante snelheid aanhouden en heeft het systeem dus weinig nut.
Zowel de remmen als de stuurinrichting voldoen. De feedback kon beter, net als de prestaties maar het gevoeld stemt overeen met het beoogde gebruik. De remmen zijn met een diameter van 345mm vooraan en 320mm achteraan zelfs ruim bemeten.