We omschreven het interieur van de A4 eerder al als sober, stijlvol en braaf en de aanpassingen die Audi doorvoerde bij de opfrisbeurt zijn niet van die aard dat die omschrijving komt te vervallen. De stofjes en sierlijsten zijn opgefrist, net als het instrumentarium en je kijkt op een stuurwiel waarin de vorm van het Single-frame radiatorrooster wordt geïmiteerd, maar dat is het dan ook. Over de basisuitrusting kan je zeggen dat die hoogst noodzakelijke voorziet. De extraatjes uit de lange optielijst dikken naar Duitse gewoonte het prijskaartje flink aan. Een in de hoogte verstelbare bestuurderszetel en een axiaal en diepteverstelbaar stuurwiel zijn wél standaard. De zithouding is als vanouds uitstekend en minder is in een kilometervreter als dit niet accepteerbaar. De vulling van het zitmeubilair is goed gekozen, niet oncomfortabel hard, maar wel stevig genoeg om ook lange ritten niet vermoeiend te maken.

Het plaatsaanbod wijzigde niet ten opzichte van z’n voorganger en op wat extra millimeters hoofdruimte achteraan na, hoef je je omwille van de ruimte ook niet tot een break te laten verleiden. De beschikbare been-, voet- en elleboogruimte discrimineert geen koetswerkvormen. De achterbank is standaard neerklapbaar (1/3 2/3) en beschikt over een ingenieus systeem dat ervoor zorgt dat het rolgordijn voor de bagageafdekking met de laatste zetel meeklapt. Uit het koffervolume blijkt dat je de break vooral moet kopen om je eigen avontuurlijke karakter in de verf te zetten, eerder dan omwille van het laadvermogen. De ophanging verdraagt geen kilootje meer dan die van de berline en het koffervolume is met 442l zelfs 18l kleiner. Met neergeklapte achterbank loopt dat wel op tot 1.184l terwijl de vierdeurs blijft steken op 720l en uiteraard is de laaddrempel gevoelig lager.