Land Rover heeft een nieuwe Dicovery en zoals de naam aangeeft is het ‘nog maar’ de derde generatie. Het origineel dateert van 1989, maar de Discovery 2 die in 1998 op de markt kwam, vertoonde nog angstvallig veel trekken van het origineel. Met de Discovery 3 blijft Land Rover aan de ene kant trouw aan de geschiedenis van het model, maar schuwt het modernisme niet. De terreinvreter werd gesofisticeerd en praktisch en het nieuwe plunje verdraagt net zo makkelijk rubberlaarzen als een maatpak. Onder kap zitten twee motoren; enerzijds is er de 2.7l V6 common-rail turbodiesel van PSA/Ford-origine en anderzijds hebben we een bij Jaguar geleende 4,4l V8. De eerste is er in het uitrustingsniveau S vanaf € 40.360, als SE voor € 45.060 en in de meest luxueuze HSE-uitvoering (zoals de testwagen) voor € 50.260. De V8 moet minimaal 54.360 opbrengen (SE) en kan tot € 59.560 duur zijn (HSE).
De Range Rover doet het met een 3-liter zescilinder-in-lijn dieselmotor van BMW-origine en kost in de uitvoering SE € 63.500, € 70.600 als HSE en € 82.700 (onze testwagen) in de topuitvoering Vogue. Daarnaast vinden we nog een 4,4l atmosferische V8 die tussen € 78.700 en € 95.800 kost en een 4,2l met compressor die Land Rover exact € 105.000 moet opleveren.
