Zowel de Discovery 3 als de Range Rover zijn moderne interpretaties van klassieke, bijna iconische terreinvreters. Modellen die in hun evolutie de komst van de luxueuze SUV als een opportuniteit wisten te interpreteren en zonder toegevingen aan de terreincapaciteiten hun werkterrein naar de stad verlegd hebben. De Range Rover mikt merkbaar meer op de luxemarkt, wat vooral het interieur aan te zien is, terwijl de Discovery 3 zich wat bescheidener opstelt. Toch lijkt het er op dat de ingenieurs hun huiswerk bij dit laatste model té goed hebben gedaan. De Discovery 3 is te koop vanaf € 40.360, terwijl het topmodel minstens € 63.500 moet opleveren.

Eigenaardig dus dat, op wat zuiver oppervlakkige details als interieuraankleding na, de Discovery beter scoort. Ook als je het prijsverschil niet laat spelen. De 2.7l V6 diesel (190pk) met ZF zestrapsautomaat van het model is krachtiger, sneller, beschaafder én zuiniger dan de 3.0l zescilinder diesel (177pk) van de Range Rover. Hou er even rekening mee dat je voor een beperkte meerprijs de Discovery van een derde zitrij voorziet, dat de instap makkelijker is, de aandrijflijn gesofisticeerder en (bijgevolg) de terreineigenschappen volwassener zijn, dan is het ons alvast een raadsel waarom dit model dik € 23.000 minder kosten moet. Zonden hebben ze beiden nog; de Discovery heeft een te zwakke luchtcompressor voor de ophanging, terwijl bij de Range Rover de decibelproductie werkelijk inacceptabel is. Voor de volledigheid wél even melden dat Land Rover dat laatste punt met ingang van dit modeljaar weggewerkt zou hebben.