In het vooronder van GS vinden we een geëvolueerde 4,3l V8 benzinemotor of –in het geval van onze testwagen- een nieuwe 2.995cc grote V6 24v benzinemotor. Die combineert een dubbele bovenliggende kettingaangedreven nokkenas met een stoïchiometrische (directe) injectie en het Dual VVT-i systeem dat de variabele timing van de in- en uitlaatkleppen regelt. De vermogensopbrengst bedraagt 249pk bij 6.200t/min en 310Nm koppel vanaf 3.500 krukasrotaties. De geavanceerde krachtbron stuwt de 1,6ton zware 300 niet alleen naar 100km/u in 7,2 tellen of maakt een topsnelheid van 240km/u mogelijk, ze is met een testverbruik van net geen twaalf liter en een opgegeven gemiddelde van 9,8l/100km ook zuinig met de almaar duurdere brandstof.

Tussen het motorblok en de aangedreven achterwielen vinden de pk’s een automatische zesbak op hun weg. Die hoort tot een geheel computergestuurde aandrijflijn. Enkel met de sportieve Power-functie geactiveerd reageert die naar onze mening vlot genoeg, maar de bak blinkt sowieso uit door de volstrekt vlakke schakelovergangen. Met de pook in de S-positie kan je ook zelf een versnelling selecteren.

Het platform is stijver, kreeg een langere wielbasis en een breder spoor. De voorophanging kreeg dubbele veerbenen terwijl achteraan gekozen werd voor een multilinksysteem, telkens met dubbele driehoeken. De afstelling vormt mede dankzij de voorbeeldige isolatie van rol- en rijgeluiden een te smaken compromis tussen sportiviteit en comfort. Rolneigingen zijn niet uit de lucht, maar anderzijds wordt het vaak pokdalige Belgische wegdek voorbeeldig gefilterd. De variabel elektrisch bekrachtigde tandheugelstuurinrichting en een voldoende ruim bemeten remsysteem (geventileerde schijfremmen rondom, vooraan 334x34mm en achteraan 310x18mm, identiek aan de GS430) zorgen voor een zeer homogene rijervaring.