Het gamma omvat een GS 300, aangedreven door een drieliter V6 en de GS 430 die een 4,3l V8 tussen de voorwielen krijgt. Het aanbod zelf is een verademing in vergelijking met dat van de meeste Europese constructeurs in dit segment. Je hebt geen dagen nodig om je door de optielijst te werken. Er staan hooguit drie zaken op. De rest zit vervat in de uitrustingsniveaus Business, Executive en Privilege. Een enigszins uitgeklede Business-uitvoering, die onder meer van een lederen interieur, parkeersensoren en verwarmde en geventileerde zetels verstoken blijft, staat al voor € 46.660 in de catalogus. Bij de Privilege omvat het prijskaartje van € 51.560 bovenstaande zaken wel, net als de meedraaiende Xenonlampen, de elektronische sleutel, automatische aircondioning en houtdecoratie die op elke GS worden geleverd. De Privilege wordt voor € 59.920 ook nog eens van een opgewaardeerde Mark Levinson geluidsinstallatie, een navigatie- en communicatiepack, 18-duims velgen, een ingewerkte kofferspoiler en een adaptieve (radargestuurde) snelheidsregelaar voorzien. De GS 430 is er in slechts één versie die € 69.190 kost. De Privilege-uitrusting wordt er nog aangevuld met een instelbare ophanging, een elektronisch gestuurd remysteem en een meer geavanceerde stuurinrichting en stabiliteitscontrolesyteem.
De GS 300 testwagen was als Privilege zowaar nog uitgerust met de enige mogelijke optie; een schuifdak. Met een kostprijs van € 990 brengt dat het prijskaartje op € 60.910.