Toyota’s luxedochter groeide tijdens z’n vijftienjarig bestaan uit van een merk dat nauwelijks twee modellen in de catalogus had die op een beperkt aantal markten gecommercialiseerd werden, naar een volwaardige constructeur die in elk belangrijk topsegment vertegenwoordigd is. Tegelijk zoekt het merk een eigen identiteit. Die werd door Lexus L-Finesse gedoopt en doet z’n feitelijke intrede op deze nieuwe GS. Daardoor is de aërodynamische koets voorzien van sportieve bollingen en precies gesneden vlakken. Een stijl die in het interieur wordt doorgetrokken. Dat werd wat ruimer dan voorheen, maar echt potten breken doet de GS nog niet. Wel is de ergonomie en de bediening zeer helder en het comfort en de geluidsisolatie onbesproken.
De achterwielaangedreven sportberline ontleent z’n kracht aan een nieuwe drieliter V6 (249pk en 310Nm sterk) die ook nog matig drinkt. De automaat verdraagt de Power-stand als er alerte reacties verwacht worden. Los daarvan kan je tussen het gekozen compromis van ophanging, aandrijflijn en remsysteem nauwelijks een speld krijgen. Het is niet onsportief, maar ook nooit oncomfortabel. De veiligheidsuitrusting is voorbeeldig en met de extra’s van de hogere uitrustingsversies zelfs zelden gezien. Het prijskaartje start bij € 46.660 en loopt tot € 69.190. Alle essentiële (en ook minder belangrijke) uitrusting vind je naar Japanse gewoonte in de standaardlijsten. De optielijst telt slechts drie items.