Op het onverhard kan je uit de voeten dankzij de bodemvrijheid (net geen 24cm) en de goede aan- en afloophoek (respectievelijk 33 en 25°). Een lange wielbasis van 2,84m hypothekeert de overrijcapaciteiten, maar niet zo erg als die vervloekte treeplanken. Het robuuste ladderonderstel wordt gecombineerd met een onafhankelijke ophanging rondom. Dat is een zeldzaamheid. Mede daardoor pakt de Pathfinder uit met een voor wegverkeer acceptabele demping. De achterpartij heeft de corrigerende hand van de elektronica nodig, maar voorts is de werking voortreffelijk. Nissan stelde de Pathfinder specifiek af op de smaak van de Europese consument, met een andere onderstelafstelling en grotere geventileerde schijven rondom, maar ging naar onze smaak niet ver genoeg. De 4x4 staat slap op de poten en gaat daardoor stevig hellen in de bochten. De remmen zijn uithoudend, maar ze grijpen niet bijzonder enthousiast aan. Over de prestaties zijn we vol lof. Het zwaargewicht wordt in 11,5 tellen naar 100km/u gestuwd en haalt 175 als topsnelheid. Het opgegeven verbruiksgemiddelde van 9,0l is te mooi om waar te zijn, maar de gerealiseerde 11l is nog steeds opvallend redelijk.
De motorwerking wordt bovengemiddeld goed uit het interieur geweerd. De aërodynamische koets moet in principe ook windgeluiden weten te beperken. In principe, want de behoorlijk fantasierijke (overdreven?) dakdragers van het testexemplaar lieten zich vanaf 90km/u zo prominent in het interieur horen dat we er na een week nog niet aan gewend waren. Hopelijk is dat exemplarisch. Naar een defect dat het gefluit zou verklaren hebben we echter vruchteloos gezocht. Het loont alvast de moeite om dat voor een aankoop te verifiëren. Als het probleem algemeen is, vinden we dat een reden om de Pathfinder -alle goede eigenschappen ten spijt- in de overweging links te laten liggen.