De Pathfinder komt voor het eerst naar onze contreien, maar is in de VS gekend sinds 1986 en is intussen aan de derde generatie toe. De Europese markt, maar ook het Midden-Oosten en Australië worden bevoorraad vanuit Barcelona. Het model is vooral ontworpen om van meerdere walletjes tegelijk te eten en op die manier de (kleine) gaatjes in het 4x4-aanbod te vullen. De uitrusting van een luxueuze SUV, zeven zitplaatsen, maar niettemin een echte terreinvreter. In de prijslijst laveert de Pathfinder handig om de andere modellen heen. Hij is duurder dan de Terrano, maar ook dan de korte Patrol die in de vijfdeurs ‘Wagon’-uitvoering dan weer over de Pathfinder wipt.
Het model wordt gebouwd met een krachtige 2.5l dieselmotor en een 4.0l V6 die we heden niet in de Belgische prijslijsten terugvinden. De basisprijs voor de Pathfinder bedraagt € 34.900 in de behoorlijk uitgeruste XE-versie met handgeroerde zesbak. De SE doet daar uitrustingsgewijs een schep bovenop voor € 39.900 terwijl de LE (en onze testwagen) voor ten minste € 45.900 van eigenaar wisselen. Dan beschik je wel over een vollederen interieur, lichtmetalen velgen, een schuifdak, verwarmde voorzetels, gescheiden airco (links/rechts/achter), treeplanken en elektrisch bediende ramen en spiegels. Je kan op de SE en LE nog € 2.900 bijbetalen voor een IT-Pack dat een navigatiesysteem en handige achteruitrijcamera omvat of € 1.800 uittrekken voor een automatische vijfbak. De metaalkleur staat eenzaam in de optielijst voor € 600. Met uitzondering van de automaat, was de testwagen van al het denkbare voorzien. De prijs komt daardoor op € 49.400.