Het zitmeubilair is voldoende comfortabel en ondersteunend voor korte afstanden. Als kilometervreter is de Aygo niet bedoeld, en dat voel je als je toch lange ritten onderneemt. Dan slaat de vermoeidheid snel toe. Daarvoor zijn -naast de zetels- de decibelinsijpeling verantwoordelijk. Rol- en rijgeluiden worden slechts beperkt gedempt. Ook dat is verre van uitzonderlijk en gezien de positionering en prijs door de vingers te zien. Toyota permitteerde zich ook bij de bekleding van de portieren geen excessen. Het metaal grijpt gretig in het rond. Volkswagen laat met de Fox evenwel zien dat het ook in dit segment anders kan.
Het échte pijnpunt van de Aygo is de koffer. De inhoud ervan blijft beperkt tot 130l en de moduleerbaarheid beperkt zich tot een in gelijke delen neerklapbare achterbankleuning, maar de toegankelijkheid is feitelijk abominabel. De kofferklep opent niet diep genoeg en bijgevolg is de laaddrempel te hoog. De verkregen doorlaadopening is zo smal dat er niet eens een bak water in past. Die zou waarschijnlijk wel op de koffervloer passen, maar je moet de achterleuningen even losklikken om hem zo ver te krijgen. Dat het interieur voor het overige doorspekt is van bekerhouders en kleine (open) bergruimtes is geen troost als je probeert de wekelijkse boodschappen in de koffer te schikken.