BMW’s 1995cc common-rail dieselmotor levert standaard 163pk en 340Nm koppel. Dat is in combinatie met een handgeroerde bak voldoende voor een sprinttijd van 8,6 tellen en 223km/u als topsnelheid. De fiscaal vriendelijker 150pk-versie haalt een evenwaardig koppel maar kent een wat spitser koppelverloop. Die motor komt ten allen tijde vinnig en alert over en het prestatieverschil met de krachtiger uitvoering is dan ook nauwelijks merkbaar; de sprint neemt ten minste 9 tellen in beslag. De topsnelheid blijft steken op 218km/u. Wie niet constant alles uit z’n Touring wil persen, kan die extra paardjes dus gerust achterwege laten. Ook de tammere variant schrijft Dynamisme nog steeds met hoofdletter D. Op de verbruikscijfers heeft de ingreep geen invloed; wie omzichtig met het gaspedaal omspringt, haalt 6,9l/100km op de gemengde cyclus. Wie het potentieel van de 3 wat meer benut, komt met 7,5l al een heel end.
BMW kiest zoals steeds zelfs voor het basisonderstel voor een uitgesproken sportieve afstelling. Dat was ook vroeger al het geval, maar van de vorige 3-Reeks herinneren we ons geen nerveuze reacties op kleine oneffenheden. De nieuweling is daar wél steeds op te betrappen. Een fenomeen dat we aan het zeer stijve Runflat-rubber wijten. De nodige stabilisatorstangen houden de koets in de bochten mooi vlak, waardoor je de indruk krijgt dat de break de curves met plezier aan elkaar rijgt. Een relatief klein, communicatief stuurwiel, bijtende remmen en een soepel, maar precies schakelende ZF-zesbak maken het rijplezier compleet.