Omdat onze testwagen behalve motortrillingen, ook een lichte stuurvibratie –wellicht te wijten aan eerdere mishandelingen- aan het interieur doorspeelde, viel het model door de mand waar het hoorde te overtuigen; tijdens lange ritten. Anderzijds hield het model zich verassend goed staande, waar nagenoeg elke concurrent in dit segment onderuit gaat. Met 3,2 stuuromwentelingen van nok tot nok is de besturing behoorlijk precies. Omdat de Grandis wat lager is dan de meeste soortgenoten en bovendien nog stevig is afgesteld, rijgt het model met plezier bochten aan elkaar. Zelfs het pretdodende onderstuur is te compenseren door op het juiste moment het gaspedaal te lichten. In snel genomen bochten voel je de achtertrein komen opzetten, maar gevaarlijk of onvoorspelbaar wordt het nooit. Het onderstel met een McPherson voortrein en een achterophanging met getrokken driehoeken is niet het meest comfortabele, wel één van de meer efficiënte. De remmen (geventileerde schijven voor, schijven achter) zijn opgewassen tegen normaal gebruik.
Mitsubishi Grandis 2.0 DI-D Rijgedrag
Mitsubishi had niet meteen een dieselmotor bij de hand en betrekt de vierpitter onder de spitse Grandis-snuit dan maar bij het VW-concern. De TDI, die door Mitsubishi is omgedoopt tot DI-D, met pompverstuivers heeft een longinhoud van 1968cc en produceert bij 4.000t/min 136pk. De koppelkromme weet de maximumwaarde van 320Nm tussen 1.750 en 2.500t/min constant te houden. Het gewenste verzet wordt door middel van een handgeroerde pook gekozen. Die motor is tegelijk een sterk én een zwak punt. De diesel weet vaart te brengen in de 1.710kg zware koets. Niet alleen haalt de Grandis een hoge topsnelheid van 195km/u, maar -belangrijker- het model herneemt fluks en sprint desgewenst in 10,8 seconden naar 100km/u. En of u zich nu met een lichte of wat zwaardere voet van A naar B begeeft, het verbruik blijft binnen de perken. Met het testgemiddelde van 7,5l/100km (6,6l opgegeven) kom je een end. Anderzijds moeten we constateren dat de investeringen in extra isolatie, het brutale karakter van de Duitse motor niet kunnen verdoezelen. Vooral de pedalen spelen veel trillingen door en er sijpelen nog te veel decibels door het tussenschot. De zesbak reduceert het regiment bij constante snelheden, dus het is vooral tijdens de acceleraties dat de pompverstuiver zich laat horen. De spreiding van de versnellingsbak, specifiek voor de diesel, is voorbeeldig. Het schakelrooster laat zich typeren door een ongebruikelijk korte slag en een zeer precieze geleiding. De versnellingen liggen zo dicht bij elkaar dat het gewenning vergt. Zo zit vijf en zes, waar je bij dit type wagen derde en vierde verwacht.