Mercedes-Benz heeft met de CLS dus wel degelijk een model 'buiten concurrentie' in de showroom staan. Hij nestelt zich tussen de E-Klasse en de S-Klasse, maar helt inzake prestige duidelijk over naar de laatste. Het motorenpallet leunt ook sterk aan bij de S-Klasse en de liefhebbers zullen nog wat moeten wachten op een nieuwe CL-afgeleide van het net geïntroduceerde gloednieuwe vlaggenschip. Optisch distantieert de CLS zich moeiteloos van de CLK… dus heeft hij heel wat troeven in handen om een op prestige belust cliënteel te verleiden dat ook nog eens wat anders wil dan een zoveelste S-Klasse op rij.
Het gamma bestaat uit drie modellen met benzinemotor en de nog recent geïntroduceerde 6-cilinder zelfontbrander – de CLS 320 CDI (58.685,00 €) – die het onderwerp vormt van onze test. Bij de benzinemotoren levert de 350 V6 de basis (272 pk / 59.653,00 €), gevolgd door de 500 (306 pk / 76.956,00 €). Beiden worden standaard geleverd met 7-traps schakelautomaat. Het CLS-gamma wordt bekroond met een AMG-versie, de CLS 55 AMG, die 476 pk via een 5-traps automaat doorstuurt naar de achterwielen. Prijskaartje: 107.690,00 €.