Voorin maakt de Vitara veel goed. Vooreerst is het plaatsaanbod uitstekend en levert het zitmeubilair meer dan voldoende steun. De instelmogelijkheden zijn verre van eindeloos, maar op dat Suzuki de ‘basics’ juist heeft, heb je met een in hoogte en diepteverstelbare stuurkolom in een mum van tijd een goede rijhouding gevonden. De boordplank maakt met een degelijke materiaalkeuze het grootste verschil met de voorganger. Die heeft nooit recht gehad op kunststoffen die hun oorsprong verhulden. Bovendien kijk je als bestuurder op een sober, zeer goed afleesbaar en aantrekkelijk ogend instrumentarium met verzonken klokken die rood en wit verlicht worden. De middentunnel klieft zich vol zelfvertrouwen in het dashboard en werd getooid met zilverkleurige sierelementen. Een kleur die ook het stuurwiel (standaard met bedieningstoetsen voor de radio) opsmukt. Ook in de middentunnel overheerst eenvoud, en het aantal toetsen en draaiknoppen blijft dan ook tot een minimum beperkt. Ergonomisch perfect.
Suzuki Grand Vitara 1.6 Interieur
De korte driedeurs is een halve meter korter dan zijn broer met vijf portieren en dat zal zich in het interieur laten voelen. De toegang tot de achterbank is dan merkbaar beter dan voorheen, de beenruimte groeide ten opzichte van z’n voorganger dankzij de langere wielbasis, maar meer dan een paar kinderen moet je er voor lange ritten toch niet laten plaatsnemen. De toegang tot de koffer wordt nog steeds verzekerd door een openklappend portier. Zoals dat bij Japanners wel meer het geval is, zwaait dat bij reglementair parkeren in de verkeerde richting (naar de stoep) open. Erachter zit de bescheiden koffer die nu eenmaal eigen is aan het concept. De inhoud bedraagt 184l. De achterbank laat toe het volume op te drijven tot 964l, maar het opklapmechanisme is onpraktisch. Een vergrendelingsmechanisme om de achterzetels in hun rechtopstaande positie te houden, ontbreekt. Je moet de bank met riemen aan de voorzetels verankeren. Dat is toch wel heel rudimentair.