Subaru Technica heeft er alles aan gedaan om het weggedrag te vrijwaren van negatieve invloeden. Zo is de afstelling weliswaar stug, maar zijn de weerwegen lang en werden de veerpoten zelfs omgekeerd gemonteerd om het onafgeveerd gewicht te verlagen. De afstelling, een stuk dichter aanleunend bij die van een rallywagen, is geen spek voor ieders bek. Zo moet de STi met het gaspedaal de bocht in gedwongen worden om niet in moeilijk controleerbaar onderstuur te verglijden. Daarbij poviteert de koets wat om z’n middenpunt. Rij je op het scherp van de snede, dan moet je het stuurwiel nauwelijks beroeren om de bocht door te komen. Alleen wat richting geven en het gas doseren. Pret verzekerd, maar het vergt een zeker aanleg. Andere elementen in de vergelijking zijn een goed doseerbaar (brembo-) remsysteem en een loepzuiver, mechanisch schakelende zesbak. Subaru voorziet zelfs een manuele instelling van het middendifferentieel (met een draaiknop op de middenconsole). Spelen met het knopje leverde op sneeuw –het is overigens enkel toegestaan op onverhard- duidelijke verschillen op, al blijft de vraag wie daar nu juist mee gebaat is.
Zoals dat gaat bij relatief kleine turbomotoren, volgt de rekening voor het motorgeweld steevast aan de pomp waar de krachtigste Impreza enkel 98 RON-benzine lust. Het opgegeven verbruiksgemiddelde van 10,9l/100km, mag je vergeten. Als je je bedwingt of enkel autostrade rijdt, lukt 20 liter wellicht. En als je het potentieel gebruikt? 30 liter. Meer kan ook. En meteen gaat ook de dagelijkse inzetbaarheid erop achteruit want de tank van 60l valt om de haverklap droog.