In 1998 was de IS 220 alvast op één vlak een trendsetter. De compacte Japanner had in z’n kont twee zilverkleurige achterlichtjes zitten die inmiddels ontelbare keren gekopieerd zijn. In tuning-middens heet zulks zelf gewoon “Lexus-style achterlichten”. De tweede generatie heeft weer gewoon lichtblokken die achter helder rood glas schuilen, tot groot genoegen van ondertekende die al dat zilver nooit wat heeft gevonden. De vormgeving van deze nieuwe lichtunits is wél uitgekiend want ze helpen de luchtstroom te geleiden en beperken op die manier de CX-waarde (een uitstekende 0,27). Slim en minder opvallend.
Toch heeft de IS aan ‘présence’ geen gebrek. Daar zorgt de breedgeschouderde koets voor. Lage glaspartijen, een gedrongen lijn en goed gevulde wielkasten geven een auto nu eenmaal meer spiermassa. De neus met spits toelopende koplampen en onder de grille drie luchthappers toont dat het menens is. Een aflopende daklijn zorgt ervoor dat alles - behalve perfect geassembleerd - ook volstrekt evenwichtig oogt. Alleen de spiegels zijn groter dan goed is voor de IS.