Toyota heeft ervoor gekozen z’n nieuwe RAV-4 nog ‘softer’, luxueuzer en duurder te positioneren. En dat komt Suzuki goed uit. Deze Vitara is immers geknipt om z’n plaats in te nemen. Het uiterlijk is aaibaar maar toch stoer, het interieur biedt ruim plaats aan vijf inzittenden en hun bagage, de uitrusting is (op enkele kleine tekortkomingen na) goed en het prijskaartje – vanaf € 22.999 voor een diesel en € 24.299 voor een vijfdeurs met zelfontbrander – doorstaat een vergelijking. Maar de Vitara heeft nog een troef. Steeds meer SUV’s slepen zich aan de voorwielen voort. De Vitara heeft met ingang van deze generatie recht op permanente vierwielaandrijving. Dat biedt ontegenprekelijke voordelen in slechte omstandigheden. En meer; een reductieverhouding en een vergrendelbaar differentieel bewijzen dat dit nog steeds een ‘terreinauto’ is. Op wat transmissiegeluiden en een beperkt meerverbruik –dat volgens ons niet opweegt tegen de voordelen- na, is daar op de weg niets van te merken want de Vitara stuurt gretig. Een andere versnellingsbak, duidelijker afgelijnd, staat wel op onze verlanglijst. En misschien een extra tandwiel om het lome gebied onder 2.000t/min beter te kunnen mijden...
Wie opteert voor een rijkelijk aangeklede vijfdeurs krijgt meteen een volledige veiligheidsuitrusting met onder meer zes airbags en een ESP-systeem. In lagere uitrustingsniveau’s vallen evenwel geheid gaatjes. In het repertoire plofkussens, door de afwezigheid van ESP, of beiden. Het ontbreken van een diepteverstelling voor het stuurwiel is betreurenswaardig, maar het staat een goede rijhouding niet in de weg. We hadden graag wat minder rij- en windgeluiden gehad, maar de Vitara beschikt niettemin over kilometervreter-kwaliteiten.