Die zeer strakke afstelling heeft trouwens nog slechte kanten. Zo is deze nieuwe 3 niet bijzonder comfortabel en –erger- kan de koets omschreven worden als zeer gevoelig voor spoorvorming en andere imperfecties waarvan het Belgische wegennet doorspekt is. Hoe meer we met de nieuwe 3 rijden, hoe meer we de uitgekiende ophangingsbalans van de vorige generatie missen. Beter, maar niet noodzakelijk leuker, luidt de conclusie. Het weggedrag blijft wel merkbaar langer neutraal dan voorheen. Overstuur krijg je alleen als je het hevig provoceert nadat je de stabiliteitscontrole tot de slaapstand hebt veroordeeld. Als je normaal hard gaat, zijn het de voorwielen die eerst om grip verlegen zitten. BMW Geeft een verbruik op van 5,6l; één deciliter minder dan z’n sterkere broer, maar in de praktijk is het niet ondenkbaar dat de verhoudingen omgekeerd liggen omdat je hier frequenter het gaspedaal tegen de bodem wil duwen. Met die drang beteugeld haalden we een perfect acceptabel testverbruik van 6,6l.
BMW 318d Rijgedrag
In het vooronder van de 318d huist net als bij de 320d een 1995cc common-rail viercilinder. Toch is deze eerste wat minder gesofisticeerd en blijft hij steken op 122pk bij 4.000t/min en 280Nm bij 1.750t/min. BMW koppelt de motor wel aan een prettig schakelende zesbak. De sprinttijd van 10,6 tellen geeft ruim twee seconden toe op de 163pk en 340Nm sterke versie, terwijl de topsnelheid 206km/u bedraagt. Prestaties die correct zijn, maar minder had echt niet gemogen. Vooral in de tussenacceleraties verwachten we in dit segment wat meer werkijver van een diesel. Dat we met deze motor wat op onze honger blijven zitten, heeft ook veel met het onderstel te maken. De koets van deze 3 voelt immers zeer strak aan, en zelfs de comfortophanging kan op vlak van stugheid rivaliseren met de sportophanging van sommige concurrenten. Ook de besturing via het kleine stuurwiel is zeer direct, waardoor het onderstel lijkt te schreeuwen om meer.