Het weggedrag gaat gebukt onder de corpulente koets. Al vallen de prestaties op papier goed mee, het gaat niet gepaard met een dynamisch weggedrag. Ondanks een feilloos schakelende zestrapsautomaat, heeft de V8 de handen vol aan het 2,3 ton wegende gevaarte. Om diezelfde reden lijkt de koets slechts tegen z’n zin van koers te veranderen en wordt de besturing –nochtans een hydraulisch bekrachtigde tandheugelinrichting- eerder indirect. De achtcilinder huilt bijna uit frustratie. De pneumatische ophanging is instelbaar en beschikt onder meer over een comfort- en een sportstand. Geen van beiden kan ons bekoren. Een grote massa, dito omvang en evenredige cilinderinhoud resulteren nagenoeg altijd in een flinke dorst. Audi geeft 13,6l op voor de gemengde cyclus, maar dat is niet haalbaar. Een liter of 17 wel, maar wie doorzet krijgt gauw een debiet van 25l. Zelden raak je met een riante tankinhoud van 100l meer dan 550km ver.
Quattro tekende voor de aandrijflijn met permanente vierwielaandrijving. De kracht wordt mechanisch (via een Torsen-differentieel) over de vier wielen verspreid. In regel gaat 42% naar de voor- en 58% naar de achterwielen, maar het koppel kan tot 85% in het voordeel van één as gedeeld worden. Een bodemvrijheid van maximaal 24cm geeft de Q7 wat slagkracht op het onverhard, maar het echte terreinwerk moet je omwille van de afwezigheid van mechanische voorzieningen achterwege laten.