Een must is het tegenwoordig, om als zichzelf respecterende constructeur in de topklasse een SUV in de catalogus te hebben staan. En het zijn niet alleen de Duitsers die -mede omwille van hun aanwezigheid op de volumeminnende Amerikaanse markt- met een vloot X5, Cayenne, ML of Touareg het segment bestormen. Amerikanen, Japanners, Koreanen en zelfs Zweden willen een graantje meepikken. Alleen Audi had tot op heden géén grote luchtverplaatser in het gamma, hoewel het platform wél binnen de VAG-groep voorhanden was. Iets wat het merk met de ringen nu rechtzet met de Q7. Een zevenzitter die op vlak van afmetingen alle Europese concurrenten hun plaats wijst. Groot, maar ook sportief, belooft Audi. Vooral de 4,2l grote achtcilinder – hier op onze testbank – moet dat kunnen waarmaken. Daarnaast is er ook nog een drieliter zescilinder diesel, die in meer bescheidenheid het gros van het Belgische cliënteel moet aanspreken.

Voor de Belgische markt bedacht de importeur een fiscaal vriendelijker variant van de 3.0 TDI. Die blijft steken op 211, in plaats van 233pk. Het imposante koppel van 500Nm lijkt onbeïnvloed. De eerste is er vanaf € 49.500. Voor de 233pk sterke variant vraagt de importeur minstens € 52.400, al omvat dat ook meteen de kit Expression. Die heeft een waarde van € 2.200, waardoor de krachtigste variant eigenlijk een tikkeltje goedkoper is. De 350pk en 440Nm sterke direct ingespoten achtcilinder tikt af op € 67.000. De basisuitrusting is correct, maar niets meer. Een routebegeleiding bijvoorbeeld, zou in deze (prijs-)klasse stilaan tot de standaardvoorzieningen mogen behoren. Een heuse waslijst opties – te lang om op te noemen – stuwt de prijs van de test-Q7 naar € 92.059,25. Slik.