Het heeft lang geduurd, maar Audi heeft nu toch een grote SUV in z’n programma. Voorheen kon de avontuurlijk ingestelde klant bij het merk enkel in de A6 Allroad terecht. Hoewel de Q7 dezelfde technische basis gebruikt als de VW Touareg en de Porsche Cayenne, is hij een stuk groter. Hij werd goed 5m lang, haast 2m breed en 1,73m hoog. Audi gebruikt de extra plaats om een derde zetelrij te monteren, al geeft het merk zelf toe dat die niet geschikt is voor mensen boven 1,60m. De kofferinhoud gaat van 330 tot een imposante 2.035l. De laaddrempel is een probleem, maar anderzijds is de laadruimte (1,16m) uitzonderlijk breed en de vloer vlak. Op de twee eerste rijen is er ruimte en comfort in overvloed. Dit interieur vormt ook geen uitzondering op Audi’s politiek van een zelden geziene afwerkingskwaliteit en uitstekende materiaalkeuze.

De 4,2l direct ingespoten achtcilinder onder de kap, moet Audi’s belofte van een dynamische SUV waarmaken. Het 350pk sterke blok zet goede prestaties neer –geholpen door een haast foutloos schakelende zestrapsautomaat. De sprint gaat in 7,4 tellen en de top bedraagt 244km/u. Toch krijg je aan boord van de Q7 geen sportief gevoel; de koets worstelt met overgewicht dat alle sportieve aspiraties fnuikt. Je voelt dat de achtcilinder tot op het tandvlees zit. Het testverbruik van 17l/100km zou in deze prijsklasse geen kopers mogen afschrikken. Naakt kost de V8 immers al € 67.000, en je kan in de optielijst nog voor vele tienduizenden euro extra’s aanstippen. De in ons land veel populairdere drieliter diesel is er vanaf € 49.500. Dat is een stuk redelijker.