Hoewel deze roadster best een streepje snelweg lust (je zit laag onder de wind, en de kleine windvanger houdt opvallend veel tegen), voelt hij zich het best op een kronkelwegje. Hoog in de toeren, kort op de gas en met een vlijmscherpe besturing. Overigens kan je de achterkant zeer gecontroleerd laten driften, als je wacht op regen of een vettige ondergrond. In goede omstandigheden heeft de MX-5 daarvoor te veel grip. Vier schijfremmen voldoen ruimschoots om deze pretmobiel af te remmen. Mazda had behoorlijk wat aandacht voor de uitlaatbrom en toch missen we een ruigere motorklank. De constructeur claimt dat de tweeliter met 8,2l 100km ver komt. Zelf zaten we net boven 10l. Voor zoveel stuurpret is dat nog steeds zeer redelijk.
Mazda MX-5 2.0 Sport Rijgedrag
Aan het recept van de roadster werd niets gewijzigd; de viercilinder zit dwars achter de voorwielen, de aandrijving verloopt via de achterwielen. Een dergelijk concept profiteert maximaal van een goede gewichtsverdeling. Door de motor en de gangwissel te verschuiven, komt deze MX-5 op een 50/50-verhouding uit. Perfecter kan niet. De ingenieurs keerden de roadster binnenstebuiten in hun zoektoch naar overtollig gewicht. Dit model is ondanks de grotere motoren, rijkere veiligheidsuitrusting en de stijvere structuur slechts 11kg zwaarder dan voorheen (1170kg voor onze testwagen). De standaard 1.8l heeft 126pk, maar deze 2.0 is al 160pk rijk. De Sport klieft zich na 7,9 tellen aan 100km/u door de lucht. Dat is lang niet slecht, maar heb je nooit het gevoel dat het zo snel gaat. De MX-5 is daarvoor –ironisch genoeg- té goed. Een laag zwaartepunt maakte bovendien een stugge ophanging overbodig. Die is dus relatief soepel en houdt de koets toch mooi vlak.