Mazda beheerst de kunst om de boordplank stijlvol aan te kleden, zonder het risico te lopen patserig over te komen. Onder de schaduwkap zitten vijf met zilver omrandde analoge metertjes achter een klein, sportief en bijzonder prettig aanvoelend sportstuurtje. De verlichting is consistent; sportief rood. De bovenkant van de boordplank wordt sowieso uitgevoerd in een degelijke zwarte kunststof. De kleur eronder heb je zelf in de hand, maar er snijdt sowieso een pianozwarte sierlijst doorheen. Op de opstelling en de bediening van de basiselementen valt weinig aan te merken, maar er staan ook een paar knopjes (om de stabiliteitscontrole uit te schakelen of de koffer te ontgrendelen bijvoorbeeld) uit het zicht.
Ondanks de compacte interieurafmetingen, is de cockpit zeer gerieflijk. Mazda presteerde het bijvoorbeeld om vier bekerhouders te integreren. Daarnaast zijn er nog bergvakjes achter de zetels en is er een centrale bergruimte achteraan de middentunnel. Die slikt zonder moeite een stapel CD’s. De bediening voor de tankklep is er ook in ondergebracht. Weinig handig, maar het vakje is dan weer wel afsluitbaar (net als het handschoenvakje overigens). De koffer is met 150l bepaald krap, al maakt de praktische vormgeving ervan wel wat goed. Een weekenduitstap met twee personen moet zeker kunnen.