De MX-5 werd 2 centimeter hoger, net zo veel langer en in totaal 4 centimeter breder. De vormgeving is in lijn met die van de vorige generaties, wat gezien het succes van die modellen volstrekt logisch is. Toch is dit koetswerk niet alleen een stuk strakker, er werden ook enkele nieuwe stijlelementen geïntroduceerd. Niets dat overheerst, maar aantrekkelijke details die voor een gespierd uiterlijk zorgen. Zo merken we de geaccentueerde wielbogen en de ‘powerdome’ op de motorkap op. Elementen die afkomstig zijn van de RX-8. In de strakke, bolle snuit zitten de koplampen een beetje verzonken. Eronder zit een luchthapper die zo van het origineel lijkt te komen. Bij de topversies is die geflankeerd door mistlichtjes. De achterlichten zijn eveneens onmiddellijk herkenbaar. Hun drang om achter het heldere afdekglas zilverkleurige lenzen te steken, hebben de Japanners hier wat kunnen bedwingen.
De instapversies hebben een dak in vinyl, maar op onze sport is dat reeds een aantrekkelijk ogend canvas. De bediening is geheel handmatig, maar ook bijzonder eenvoudig. Het vergrendelpunt losklikken en in één beweging de kap achter je gooien. Op niet eens 5 tellen ligt het open en wie dat met een beetje ‘schwung’ doet, activeert ook meteen de vergrendeling. Het voorste deel van het dak fungeert als afdekking. Handig. Om het dak weer dicht te leggen, moet je even uitstappen.