Er is standaard een automatische airco met dubbele zone en sturing in functie van de zonnestand. Het klassieke kwartet klokken krijgt assistentie van een boordcomputer om de bestuurder meer informatie te verschaffen. Voor een kleurenscherm moet alleszins 133 euro bijbetaald worden. Op onze testwagen was de ‘Comfort’-kit aangerekend met 1800 euro. Dat staat voor een afwerking in perlnappa leder, verwarmde zetels voor en het windscherm dat eigenlik bij elke cabrio hoort. Er waren ook nog sportzetels met elektrische lendensteunregeling gemonteerd (665,50 euro), die we bijzonder apprecieerden omwille van de uittrekbare onderbeensteun en de betere houvast in bochten. Ook achterin is de bank goed gevormd voor twee passagiers en best comfortabel, al zullen volwassenen er vlug klagen over een te krappe hoofdruimte bij gesloten kap en een gebrek aan uitzicht rondom, dit vanwege de geslotenheid van de kap aan de zijkanten achteraan (waar normaal de C-stijl zit). Overigens blijft het begrip ‘4-zits cabrio’ toch altijd enige argwaan wekken. Ook bij deze niet bepaald kleine A4 Cabrio mogen de voorste passagiers liefst niet teveel beenruimte opeisen, zoniet wordt het achterin krap. Gelukkig is er wel voldoende vrije ruimte onder de voorste zetels om de voeten door te steken. De instap naar achteren wordt vergemakkelijkt doordat niet enkel de rugleuning vooruit klapt, maar tevens de ganse zetel naar voor glijdt. Jammer genoeg stelden we vast dat de zetels niet altijd even soepel terugkeren in hun oorspronkelijke positie.
Aan berging ontdekken we een te klein brillenvak bovenin de middenconsole, portierbakken die te smal en ondiep zijn uitgevallen, een vak onder de centrale armsteun vooraan en behoorlijk groot handschoenkastje. Verder is er slechts één enkele bekerhouder in het dashboard en zijn er nog wat kleinere aflegvakjes in de middentunnel alsook bergnetten op de rugleuningen van de voorste zetels. De radio/CD ‘Concert II’ met 9 luidsprekers (689,70 euro) bleek niet echt opgewassen tegen het dakloos rijden.